maart 2016
Ik keek mijn tuin in en stoorde me ineens heel erg aan de bruine stengels die nog waren blijven staan van het najaar. Ook het blad wat de winter had doorgebracht in de borders begon me te irriteren. Tussendoor kwamen er namelijk kleine jonge blaadjes tevoorschijn uit de grond, krokussen die al lang en breed bloeien en struiken en boompjes die al in de bloesem staan. Die onrust en mijn storende blikken naar buiten werden steeds erger. Tot ik de volgende dag de stoute schoenen aantrok en voor het eerst sinds de afgelopen zomer weer aan het werk ging in de tuin. Blaadjes weg, dode takken snoeien, de aarde een beetje losharken. Een groot welkom voelde ik aan alles wat wil groeien. De dag eindigde met een heerlijk vuur van dode kerstbomen en snoeiafval. Dat voelde als een zuivering. De winter die in rook opgaat. De lente kan beginnen, dacht ik.
Ware het niet dat ik de volgende dag wakker werd en ik een laag ijs op het vijvertje zag liggen. Meteen voelde ik me een beetje schuldig dat ik het beschermende dekentje van blaadjes bij de wortels van het jonge groen had weggehaald. Maar het duurde gelukkig niet lang of de zon brak door en ik was weer in voorjaarsstemming.
Enthousiast gingen mijn kinderen en ik naar de groentetuin toe die een kilometer of twee van ons huis af ligt. Op het moment dat de zon op z’n best was konden we ons geluk niet op. We zagen het al voor ons hoe we over een poosje hier onze aardbeien en bessen zouden plukken. Ruzie om de spade wie er het eerst mag gaan spitten. Totdat… de blauwe lucht ineens helemaal grijs werd en we zomaar in een heftige sneeuwbui waren beland.
Of zijn mijn lentekriebels nog te vroeg? |